Guillaume Bijl:
“Ik wil met deze beelden een frivole atmosfeer creëren. Door deze
fel gekleurde sculpturen op een sokkel te plaatsen, ontstaat een monumentaal introductiebeeld. Dit is noodzakelijk in contrast met het monotone achtergrondbeeld van de sterk afgelijnde RAI en omgeving.”

Feestelijke Beeldenreeks
Het zijn vrolijke beelden, die de toegangen tot het Europaplein voor de RAI opluisteren. De Feestelijke Beeldenreeks van de Belgische kunstenaar Guillaume Bijl bestaat uit zes kleurrijke figuren van 4,5 tot 7,5 meter hoog. Ze zijn gemaakt van geschilderd aluminium en vertonen kenmerken van volkscultuur, zoals het straattheater en het variététheater.

Europaplein
Het Europaplein is voor 2014 opnieuw ingericht. Rond het plein is een
bakstenen rand met trappen gerealiseerd. Drie entrees geven
toegang tot het RAI-terrein. Aan weerszijden van elke entree
hebben sculpturen uit de Feestelijke Beeldenreeks een plek
gekregen. Hiermee geeft Guillaume Bijl zijn visie op Amsterdam RAI als feestelijke plek voor bezoekers van de beurs. Het ontwerp van het plein sluit aan op de stijl van de Amsterdamse School, de kenmerkende architectuurstroming in Amsterdam Zuid. De Amsterdamse School kent een rijke ornamentiek; hoeken van bruggen en muren werden vaak versierd met kunst. De Feestelijke Beeldenreeks sluit aan bij deze traditie.

Kunstzinnige oplossing
Een reus en een reuzin, een illusionist die een dame laat zweven, een Hollands melkmeisje op de schouders van een steltloper – dat zijn de personages die Guillaume Bijl voor zijn reeks heeft uitgekozen. Alle figuren zijn ontleend aan het volks- en straattheater. De reuzen bijvoorbeeld kunnen zo uit een optocht zijn weggelopen – de mannen die de poppen laten voortbewegen staan er trots voor. De beelden sluiten goed aan bij de schaal van het opnieuw ingerichte Europaplein, en hun felle kleuren contrasteren met de zakelijke RAI-gebouwen. Met de Feestelijke Beeldenreeks is een landmark aan Zuidas toegevoegd.

Ann Demeester, toenmalig directeur Frans Hals Museum in Haarlem
“Wat gebeurt er als je op het centrale plein Radhusplassen van Oslo een beeldengroep plaatst van Sirtaki dansende Griekse mannen, op de Djema El Fna in Marrakesh een sculptuur van een meer dan levensgrote Noorse trol of op het Rode Plein een realistisch beeld van een dame in Markerklederdracht?
Als je folklore gebonden aan een bepaalde plaats en gebruiken transplanteert naar een andere context, dan ontstaat bevreemding. Wat op de plek van origine herkenbaar en ‘volks’ is, wordt op een andere geografische locatie bijna surrealistisch. Guillaume Bijl lijkt deze tactiek toe te passen voor en met zijn beeldenreeks tegenover de RAI. Sinds mensenheugenis spreken reuzen tot de verbeelding. In heel wat Europese landen worden reuzen sinds de Middeleeuwen als grote poppen vormgegeven.

Ieder kind dat is opgegroeid aan de Belgische kust, kent de stadsreuzen die tijdens jubilea, carnavals en jaarmarkten door de straten paraderen. In Amsterdam krijgen ze een bevreemdend karakter: een staaltje van getransplanteerde folklore. Bijl plaatst deze cultuurspecifieke ‘immigranten’ in een statische optocht van circusartiesten, goochelaars en acrobaten. Deze entertainers zijn ‘universeel’, althans binnen Europa, herkenbaar. Zij vertegenwoordigen het ouderwetse plezier en de feestcultuur van voor het televisie- tijdperk. Anachronistisch spektakel en vermaak.
De ‘artiesten’ staan opgesteld voor de beursgebouwen, zowel eenzaam (misschien wel een beetje verweesd) als uitermate ‘pront’. Ze lijken wel driedimensionale uitnodigingen om van elke dag een feest te maken. Magie, ironie of een combinatie van beide?”

Guillaume Bijl
Guillaume Bijl (Antwerpen, 1946) is internationaal een gerespecteerd kunstenaar. Zijn werk bespiegelt op humoristische wijze thema’s uit ons dagelijks leven. Guillaume Bijl is vooral bekend geworden met zijn transformatie-installaties.
Kunstruimten werden bijvoorbeeld omgebouwd tot supermarkten, ziekenhuizen of atoomschuilkelders. Zijn werken zijn kunstzinnige, eigentijdse composities en persiflages op bijvoorbeeld het cultuurtoerisme.