Voor dit kunstwerk stapelde André Volten  H-balken op intuïtieve wijze op elkaar. Door de onregelmatige, open constructie noemde Volten deze en soortgelijke werken uit zijn oeuvre ‘kromme gaten’. Volten was vooruitstrevend door zijn gebruik van industriële materialen. Om volop te kunnen experimenteren hiermee, werkte hij als lasser bij de Nederlandsche Dok- en Scheepsbouw Maatschappij in Amsterdam-Noord. Met zijn beeldhouwkunst heeft Volten een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kunst in de openbare ruimte in Nederland.

In 1996 werd de Oeuvreprijs van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving & Bouwkunst aan André Volten (1925-2002) toegekend. Zijn werken van roestvrij staal, graniet en cortenstaal zijn in veel Nederlandse steden te vinden. Dit is een van de vier abstracte kunstwerken van Volten die in Nieuw-West te zien is.