Begin twintigerjaren hebben beeldhouwwerken vaak de functie van afdeksteen voor gemetselde borstweringen. Na verloop van tijd worden de beeldhouwwerken zelfstandiger en zijn niet meer per definitie functioneel. De zes beeldhouwwerken van Hildo Krop (1884-1970) aan de brug over de Schinkel zijn hier een goed voorbeeld van. De beelden, drie pijlerbekroningen met robbenkoppen, een visser met een trostouw op een boot, een zeilschip, een man op een schip. Verder zijn drie verticale reliëfs met vissen, een harpoenier, een vrouwelijk naakt en een ster, wel verwerkt in de vorm van de brug maar vallen duidelijk meer op dan voorheen het geval was.

In 1999 waren er aanpassingen nodig aan deze brug. De beeldhouwwerken en de granieten dekstenen, die ook onderdeel zijn van de brug, zijn zorgvuldig opgenomen in de nieuwe kademuur.

De brug is ontworpen door architect Pieter Lodewijk Kramer (1881-1961).
Pieter Lodewijk Kramer behoorde tot de stroming van de Amsterdamse School en werkte voor de dienst Publieke Werken. Hij is verantwoordelijk geweest voor de vormgeving van ongeveer 220 bruggen. Samen met Hildo Krop is hij van grote betekenis geweest voor het gezicht van praktisch alle bruggen in Amsterdam. Kramer als esthetisch adviseur en Krop als beeldhouwer.