Hoog boven- en aan de gevel van het Berlage lyceum zijn twee bijzondere bouwplastieken geplaatst waarvan de details met het blote oog moeilijk te zien zijn. De maker ervan is beeldhouwer Hildo Krop (1884-1970). Alle figuren en koppen zijn op collageachtigwe wijze in het beeld verwerkt waardoor je goed moet kijken om ze van elkaar te onderscheiden. Rechtsonder zit een baby tegen een primitieve vrouwenkop aan die op een Afrikaans masker lijkt. Ze vertegenwoordigt ‘de zachtheid’.‘De twijfel’ wordt uitgedrukt in een peinzende mannenkop rustend op zijn hand en ‘de bezonnenheid’ zie je terug in de staande stoere man. ‘De climax’ hebben we bereikt met het steigerende paard dat boven de gevel uitsteekt. De man die het paard leidt kent daarmee ‘het geluk van de daad'.

De twee identieke scholen vormen de toegangspoort voor de P.L.Takbuurt die in 1974 tot Rijksmonument is verklaard.

De beelden waren oorspronkelijk gemaakt van tufsteen, een materiaal dat veel werd gebruikt tijdens de Amsterdamse school periode voor ornamentwerk en beeldhouwwerken als onderdeel van bruggen en gebouwen. Het materiaal is niet weersbestendig en valt na verloop van tijd uiteen. Ton Mooy heeft deze beelden gereconstrueerd en gehakt in Beiers graniet.