Achteraan op het pleintje, recht tegenover het geboortehuis van Reve (1923-2006) is een lange houten bank geplaatst die wordt omzoomd door een hoge ligusterhaag. Ervoor staat een eenvoudige, zwarte straatlantaarn. Deze is hoger dan de bomen en de andere lantaarns op het plein en brandt met een warm geel licht, in tegenstelling tot de bestaande witte verlichting.
In de lantaarn, aan de bankzijde, zijn drie luikjes aangebracht. Bij opening wordt achter elk een compartiment zichtbaar dat van binnen ook verlicht is als de lantaarn brandt. In het bovenste kastje is een citaat geplaatst uit zijn boek ‘Nader tot U’. In het middelste kastje bevindt zich een, door fotografe Rineke Dijkstra gemaakt, portret van de schrijver. In het onderste kastje is een afbeelding geplaatst van Reve’s geboortehuis (Van Hallstraat 25-II). Het openen en sluiten van de luikjes is als een ontmoeting met de schrijver.

Kunstenaar Margriet Kemper (1951) heeft in het werk de eerste en laatste levensfase van de schrijver willen verbinden. In ‘Nader tot U’ vond zij een passage welke zij als leidraad heeft gebruikt. In deze passage doet Reve uitspraken over het allereerste begin van de mens. De tijd achter de eerste herinneringen, om daar mogelijk een verklaring te vinden voor ‘de verschrikking van dit rampzalig leven’.
Voor de laatste levensfase is de foto van Rineke Dijkstra, gemaakt op verzoek van Reve's levensgezel Joop Schafthuizen, het uitgangspunt geweest.