Nationaal monument Slavernijverleden
Kunstenaar | Erwin de Vries |
---|---|
Adres | Oosterpark |
Wijk | Oud Oost |
Materiaal | Beton, Brons |
Plaatsingsdatum | 2002 |
Op 1 juli 2002 werd het Nationaal Monument Slavernijverleden ingewijd in aanwezigheid van toenmalig koningin Beatrix. Op 1 juli 1863 schafte Nederland, als een van de laatste landen in Europa, de slavernij af. Het Nationaal Monument Slavernijverleden dient als plek voor bezinning en herdenking aan het Nederlandse trans-Atlantisch slavernijverleden. Het initiatief was in 1998 gekomen van de Afro-Europese vrouwenbeweging Sophiedela met als voorzitter Barryl Biekman. De Nederlandse overheid gaf een financiële bijdrage. Minister Roger van Boxtel had in 2001 op een antiracisme conferentie in Zuid-Afrika verklaard dat Nederland 'oprecht diepe spijt' heeft van slavenhandel en slavernij. Met het ‘statische’ monument en de oprichting van een ‘dynamisch’ kennisinstituut, het Ninsee, werd een volgende stap gezet.
Het bronzen beeld is ontworpen door de gerenommeerde Surinaamse kunstenaar Erwin de Vries, die erover zei: “de opdracht was om het verleden van de slavernij en het heden en de toekomst te behandelen. Van het verleden heb ik een geketende slavengroep gemaakt, van het heden een slaaf die vrijkomt en het grote ding is de toekomst: de vrijheid in het geloof dat we ooit helemaal vrij zullen komen van discriminatie.” Hij voelde tijdens het ontwerpen van het monument ‘de pijn van de slaven, ook mijn voorouders, maar ook hun enorme kracht’.
Er zijn veel discussies geweest rond het monument. Zo waren er prostesten vanwege de weinig prominente plek in het Oosterpark. Tijdens de selectieprocedure werden nieuwe kunstenaars toegevoegd. Uit een publiekspeiling bleek een voorkeur voor het figuratieve ontwerp van De Vries. Dramatisch was de opening, toen er vanwege veiligheidsmaatregelen slechts een kleine groep genodigden bij kon zijn, tot frustratie van de nazaten van tot slaafgemaakten die achter hekken stonden. Later waren er soms heftige meningsverschillen over de manier van herdenken. Toch vervult het monument een belangrijke rol in het zichtbaar maken van het slavernijverleden. De jaarlijkse herdenking op 1 juli is een belangrijk moment voor de Surinaamse gemeenschap in Nederland en de mensen uit de voormalige koloniën in het Caraïbisch gebied. Wintipriesters Marian Markelo brengt, vergezeld door het Kabramasker, een plengoffer voor de voorouders en spreekt de aanwezigen toe. Er zijn toespraken van politici. Vervolgens is in het Oosterpark het jaarlijkse Keti Koti festival. Maar de omarming van het monument is het duidelijkst in de dagen voor 1 juli, als Surinaamse Amsterdammers de beelden schoonmaken en aankleden met kleurrijke doeken.